PROGRAMMA
>>>>>
CIDI versus Het Beloofde Land
>>>>>>>>>>Voor
meer historische informatie klik hier
De actualisering van het Christusverhaal en het Israëlisch-Palestijns
conflict
De
voorstelling 'Het Beloofde Land' vormt voor het publiek een 'feest van herkenning'.
De bekende verhalen uit het leven van Jezus de Nazarener zijn op eigenzinnige
en historische wijze verwerkt. Van de geboorte in Bethlehem via de timmermanswerkplaats
in Nazareth en de intocht in Jeruzalem naar de kruisiging op Golgotha.
De belangrijkste personages uit het Nieuwe Testament een geactualiseerde en
moderne invulling gekregen. Jezus van Nazareth wordt in de eerste nacht van
de 6-daagse oorlog (1967) in de Arabische stad Bethlehem geboren. Zijn vader
is een Palestijnse
onafhankelijkheidsstrijder en zijn moeder
een Joodse studente met een roeping. Enkele uren na zijn geboorte arriveren
de Israëlische tanks uit Jeruzalem in Bethlehem. Jezus groeit op als
timmermanszoon in Nazareth en besluit dat hij een boodschap heeft te verkondigen
aan zijn volk. Als vredesactivist trekt hij te voet door het door oorlog en
strijd verscheurde Israël/Palestina. Zijn oom, Sharon, houdt hem nauwgezet
in het oog. Jezus volgt het spoor van het Nieuwe Testament naar zijn finale
bestemming. Zijn vader Jozef komt uit een Palestijnse timmermansfamilie in
de Arabische stad Nazareth in het Noorden van Palestina. Na de oprichting
van de Joodse staat Israël, wijkt zijn familie uit naar Bethlehem op
de Westbank. In de jaren 60 sluit Jozef zich aan bij een Palestijnse verzetsgroep.
Hij sluit een geheim huwelijk met de Joodse studente Maria, waaruit een zoon
geboren wordt. Maria, de moeder van Jezus, is van Joodse familie en ging een
relatie aan met de Arabische Palestijnse verzetsstrijder Jozef. Maria heeft
zich hierdoor de schande van de familie op de hals gehaald. Gaandeweg het
verhaal wordt duidelijk dat Ariël Sharon haar broer is en daarmee de
oom van Jezus van Nazareth.
Voorwoord van de regisseur
Het toneelstuk ‘Het Beloofde Land’ raakt aan één van de diepste
taboes van de Nederlandse samenleving sinds de oorlog, namelijk het schuldgevoel
over de holocaust en de Nederlandse solidariteit met de staat Israël.
De voorstelling laat het resultaat zien van een politieke en religieuze excursie
die in de Nederlandse politieke cultuur decennialang politiek fout was. Hoewel
kritiek op de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden de afgelopen
tien jaar mondjesmaat geoorloofd lijkt, is de tolerantie over dit onderwerp
toch begrensd. De zeer agressieve reacties op de Palestijnse vlag aan het
balkon van Gretta Duisenberg zijn tekenend voor de diepe emoties en frustraties,
maar ook voor de schijnheiligheid.
De tekst van ‘Het Beloofde Land’ beweegt zich op nog gevaarlijker terrein omdat het speelt met de wortels van de Joodse en Christelijke godsdiensten en de heilige geschriften. Hoe ver kan je gaan in Nederland? Hoewel ik de kans klein acht dat het stuk verboden wordt en ook hoop dat eenmaal gemaakte voorstellingsafspraken worden gerespecteerd, hebben wij wel moeten aanvaarden dat oude partners afvielen. Niet om reden van de artistieke twijfel, maar omdat ze niet verbonden wilden worden met de politieke lading van dit stuk.
Nederland zou een voorbeeld zijn van tolerantie
en verdraagzaamheid. Het land waar alles kan en waar zeker kunstenaars alles
zouden kunnen schrijven, spelen of tentoonstellen. Sterker nog: waar de vernieuwende
kunst en het progressieve politieke engagement kan rekenen op een warm welkom.
Waar de geëngageerde kunstenaar gekoesterd wordt en alle medewerking
krijgt. Ik zeg u dat dit zelfingenomen zelfbeeld niet overeenkomt met de onderliggende
werkelijkheid.
Ik zeg u dat Nederland vol is van sluipende censuur. Ik zeg u dat alles dat
niet tot het politiek correcte hoort misschien niet openlijk verboden wordt,
maar het object is van een sluipende, bijna onzichtbare tegenwerking en uitsluiting.
In sommige gevallen is die politieke uitsluiting
expliciet en op zichzelf begrijpelijk.
Bijvoorbeeld de KMA in Breda hadden wij een verzoek gedaan om op het prachtige
renaissanceplein van ‘het Kasteel’ een serie voorstellingen te spelen. Een
afspraak volgde met de gouverneur–generaal en toen ik het klassiek ingerichte
kantoor binnentrad werd ik verwelkomd met de volgende woorden:
‘Meneer Gietelink, ik zeg het u direct. U heeft uitstekende referenties. Er
ligt hier een brief van de directeur van het Chassé-theater en ook
mijn collega van de Koninklijke Marine is zeer lovend over u en uw groep,
maar er is een probleem. U zou hier welkom zijn, maar wij kunnen geen medewerking
geven aan dit stuk’. Ik slikte. ‘Hoe bedoelt U?’ ‘Ik heb het concept gelezen
en het handelt over een politieke brandhaard waar ook de Nederlandse defensie
bij betrokken kan raken. Ik kan u al zeggen dat de top van defensie in Den
Haag dit voorstel zal afkeuren. Ik heb dat ook tegen de commandant van de
Zeemacht Nederland in Den Helder gezegd en ik verzeker u dat ook de Marine
niet zal meegaan’.
Dat was zeer slecht nieuws. Ik besloot het initiatief terug te nemen. ‘Begrijp
ik u goed? Wanneer wij met een Shakespeare zouden komen dan werkt u mee. Wanneer
u in 2005 met wat dan ook komt bent u hier welkom. Het gaat over de politieke
inhoud van uw voorstel nu. Enkele weken later vernamen wij dat Defensie inderdaad
had besloten geen medewerking te verlenen. Daarmee verviel ook de optie om
op te treden tijdens de vlootdagen in Den Helder.
Er waren meer afzeggingen. De Lutherse kerk in
Den Haag had reeds informeel toegezegd, maar het kerkbestuur haakte af toen
ze via onze website de inhoud vernam. Enkele locaties vonden dat een dergelijke
politieke inhoud niet bij hun profiel paste en met enkele schouwburgdirecteuren
zijn scherpe gesprekken geweest over de politieke inhoud van het stuk.
Politiek controversieel theater maken is een moeilijke zaak in Nederland.
Het probleem van de politieke vrijheid van de kunstenaar ligt in de begrenzing
van de middelen. De senior stafleden van het VSB-Fonds en het Fonds 1818 gaven
het stuk allebei een positief advies mee, maar waarschuwden voor de mogelijk
politieke reacties van het bestuur.
Het is natuurlijk het goed recht van iedere organisatie
om niet te participeren in een politiek gevoelig toneelstuk, gevoeliger ligt
het wanneer Rijksfondsen hun oordeel afhankelijk maken van de vraag of de
inhoud van de voorstelling naar hun mening ‘politiek correct’ is.
Het ernstigste geval van sluipende censuur speelde bij de commissie theater
van het Fonds Amateurkunsten en Podiumkunsten (FAPK). Het fonds dat zichzelf
ziet als een soort beschermheer van kwetsbare initiatieven en ontwikkeling
blijkt in de praktijk de hoeder van de ‘correcte artistieke en politieke codes’.
Zij onderbouwde haar negatief advies met expliciet politiek afwijzende formuleringen.
De opzet van script zou ‘gewrongen’ zijn en ook ‘wordt de Joods-Palestijnse
problematiek naar haar mening te zeer gesimplificeerd’ Dat is het soort formuleringen
die Sovjetkunstenaars van hun cultuurkamers te horen kregen wanneer zij meningen
verkondigden, die buiten het domein van het ‘politiek correcte’ lagen.
Niettemin waren er dit jaar vijftien schouwburgen, twaalf locaties en dertien
financieringsbronnen bereid om mee te werken in ‘Het Beloofde Land’project.
Feit blijft dat de realisatie van dit project door haar controversieel politieke
inhoud beduidend moeizamer verliep dan vorige jaren en dat geeft te denken.