Inleiding
The Kings Speech is niet alleen een bekroonde film. Het is tevens het
persoonlijk verhaal van een stotteraar. Het is ook mijn persoonlijk
verhaal. Het verhaal van een stotteraar, die de strijd met zijn onmacht
aangaat en er tenslotte in slaagt om de sympathie van de luisteraar
te winnen. Koning George VI, auteur David Seidler en ondergetekende hadden een gemeenschappelijk probleem. We waren stotteraars. We behoorden tot die vrij exclusieve club van stotteraars. Het is een wonderlijke mondiale club , waar weliswaar niemand lid van wil zijn. Je bent of was lid tegen wil en dank en iedereen kon het horen.
David Seidler vertelde in een interview iets over zijn eigen achtergrond met het stotterprobleem. Als 3-jarig jongetje was hij getuige van de Duitse bombardementen op Londen tijdens de luchtoorlog in 1941. Zijn grootouders zouden later omkomen in de vernietigingskampen. Hij zouj als kind aan boord van een konvooi schip dat door een Duitse U boot werd aangevallen. Het verhaal was dat hij op dat moment zijn stotter ontwikkelde. Koning George VI, die zijn stotter overwon, werd hem in zijn jeugd ten voorbeeld gesteld. Het concept voor The Kings Speech ontwikkelde hij reeds in het einde van de jaren 70. Hij raakte in contact met de zoon van logopedist Lionel Logue en deze wilde het archief van zijn vader openstellen op voorwaarde dat de koninklijke familie akkoord zou gaan. De privésecretaris van de oude Queen ‘Mum’ Elisabeth heeft hem in 1982 schriftelijk verzocht te wachten met het schrijven van het scenario tot na haar dood. Als een goede burger heeft hij dat gedaan, in de veronderstelling dat de jaren van de 80 jarige koningin moeder waren geteld. Maar de Queen Mum overleed pas in 2002 op 102-jarige leeftijd. Vanaf 2005 begon hij opnieuw en dat leidde tot een publieke reading in 2010 en de bekroonde film in 2011 met 4 Oscars, waaronder die voor scenario. Bij mijzelf ontstond het stotterprobleem in de pubertijd mogelijk sociaal overgenomen van een jongere broer, die stotterde. Ondanks mijn drang en durf om in het openbaar te spreken stotterde ik bij vlagen tussen mijn 14e en 24e. In mijn studententijd vond ik de tijd rijp daar eens wat aan te gaan doen en ging op zoek naar een therapie. In die tijd, begin jaar 80, ging er een naam rond in de wereld van logopedisten: Delferro. Ik herinner me mijn eerste ontmoeting met hem aan de Apollolaan in
Amsterdam –Zuid. Hij keek me tijdens het eerste bezoek indringend aan en zei. ‘Vergeet alle bullshit, die ze je verteld hebben. Stotteren is een fysiek probleem. Je zet eenvoudig je middenrifspier vast’ en hij wees op zijn borst. ‘Het is een kwestie van ademhalen. Je moet opnieuw leren ademhalen, daar hebben wij hier een trainingsprogramma voor ’. Ademhalingsoefeningen! Voor iemand, wiens moeder kinderpsychologe was en die als student de hele dag met academische theorieën in zijn hoofd rondwandelde, was zijn analyse even simplistisch als verfrissend. ‘We hebben 90% succes’, voegde die er op Amerikaanse wijze aan toe. Nu zeiden Amerikanen dat altijd bij het aanprijzen van een remedie, dus dat schiep bij mij meer wantrouwen dan vertrouwen, maar de aanpak sprak me aan en werkte tenslotte. Ik was toen al bijna afgestudeerd filosoof en de volstrekte afwezigheid
van psychologie en academische achtergrond fascineerde me wel. Niet
denken , maar doen. De parallel int de film was treffend. Lionel Logue, de Australische speechtherapist van koning George VI was een fameuze voorganger v an Delferro. Halverwege de film bleek dat Logue, net als Delferro helemaal geen arts was. Hij had zijn kunde in de praktijk ontwikkeld in de behandeling van soldaten die in de 1e WO een shock hadden opgelopen.
|
Over stotteraars bestaan nogal wat misverstanden, die in het toneelstuk
gedeeltelijk worden ontmanteld. Een stotteraar stottert niet als hij
zingt.
Natuurlijk ontwikkelt een stotteraar wel allerlei faalangsten met spreken,
maar dat is meer het gevolg dan de oorzaak van het stotteren. De stotteraar heeft een nijpend, maar gelimiteerd
probleem. Hij weet dat hij bij het spreken in het openbaar of met iemand
die hij niet goed kent kan blijven hangen. De plaatsvervangende schaamte,
die de toehoorder voelt , wordt door de stotteraar het heftigst gevoeld
en dat blokkeert hem. Overigens benadert David Seidler in The Kings Speech het probleem wel degelijk psychologisch. Hij wijst subtiel op het ijzeren keurslijf waar in de hoofdpersoon leeft. Het verbod in zijn jeugd om met zijn linkerhand te schrijven komt ter sprake, evenals de plagerijen door zijn oudere broer. Langzaam rijpte mijn plan om het filmscript in de Nederlandse theaters
uit te voeren. Maar hoe de rechten te verkrijgen? Waren de rechten van
een dergelijke succesvolle film eigenlijk een haalbare kaart? Ik construeerde een mail en hij reageerde direct. Het was zoals ik
ergens vermoedde. De filmrechten lagen inderdaad bij de Amerikaanse
filmmaatschappij, maar de theaterrechten lagen bij de auteur zelf. Ik
vertelde hem mijn plannen, mijn respect voor de positie van de auteur
en nodigde David uit op de première in Amsterdam te komen, als
wij de rechten zouden krijgen en ik verkreeg het script alsmede de verwijzing
naar zijn rechtenbureau in Londen. De film heeft een hoopvol einde . Hoewel George VI in 1939 voor de verschrikkelijke taak staat om zijn volk de 2e Wereldoorlog aan te kondigen, weet hij, met Lionel Logue aan zijn zijde, in dit ultieme moment zijn stem een vloeiende overtuigingskracht mee te geven en als persoonlijk baken een voorbeeld van standvastigheid voor zijn volk te zijn. Het moment van aankondiging van een nationale ramp, is tevens het moment van zijn persoonlijke triomf in zijn Kings Speech.
|