VOLTAIRE EN DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING VAN  DE IMAM

 

terug

Alle argumenten van het Gerechtshof om 2e kamerlid Geert Wilders te vervolgen voor ‘haatzaaien’ kan men onderschrijven  en niettemin van mening zijn dat de vrijheid van meningsuiting zwaarder zou moeten wegen. De oproep heeft echter een serie ridders van de vrijheid van meningsuiting in het geweer gebracht waarvan velen nogal hypocriet zijn. De uitspraak van het Hof om de vrijheid van meningsuiting in te perken krijgt met name steun uit het politieke midden (CDA en PvdA) en kritiek van rechts (PVV en VVD) en met enige weifeling van links (D66, Groen Links en SP)

Op politiek rechts is de hypocrisie het meest schrijnend. Wilders, maar ook Rutte, Verdonk en Hirsi Ali vinden dat die vrijheid wel voor hun eigen ideologie opgaat maar bijvoorbeeld niet voor die van  Islamitische radicalen. Deze ‘ridders van de vrijheid’ zijn mede verantwoordelijk voor een dagelijkse praktijk in Nederland waarin radicale Imams onder controle van de geheime dienst staan. Imams dragen een pleister op hun mond op straffe van strafrechtelijke vervolging of uitzetting. Anderzijds hebben zelfs het vrijzinnige D66 en Groen Links duidelijk moeite om de scheiding te trekken tussen het bekritiseren van Wilders’ ‘kwetsende en haatzaaiende taal’ en het principiële recht om dat te mogen zeggen. SP-leider Agnes Kant stelde mijns inziens daarentegen terecht dat het bestrijden van de uitspraken van Wilders een zaak is van politiek en maatschappij en niet van het strafrecht.  

Bij de verdediging van de vrijheid van meningsuiting is door met name rechtse intellectuelen regelmatig het werk van de 18e eeuwse verlichtingsfilosoof Voltaire aangehaald als voorvechter van de vrijheid van meningsuiting. Vaak niet zonder hypocrisie. Want wat heeft Voltaire eigenlijk precies gezegd?  Ik citeer (in vertaling): ‘Ik verafschuw wat U zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen’ Behalve dat retorica en ironie aan Voltaire niet vreemd zijn, is zijn boodschap glashelder. Vrijheid van meningsuiting bewijst zich met name in het respect voor de mening van de politieke opponent. Ofwel Wilders, Rutte, Verdonk en Hirsi Ali worden pas geloofwaardig als ze krachtig opkomen voor de principiële vrijheidsrechten van radicale imams.

Er lijkt voor de meeste pleiters van de vrijheid van meningsuiting een grens te zitten aan uitspraken die oproepen tot geweld of legitimaties daarvan.. Dat lijkt voor de hand liggend, maar is bij nader inzien problematisch en paradoxaal. Beziet U de volgende uitspraken: ‘’Nederland moet het verzet van de Taliban in Uruzgan met geweld breken’  en ‘Israel moet Hamas platbombarderen en desnoods Palestijnse burgers treffen’. Oproepen tot geweld die in Nederland niet alleen worden gedaan en zelfs brede steun vinden in regeringsbeleid.. De aanhangers van dit soort uitspraken dienen zich wel te realiseren dat de tegenpartij die vrijheid van mening ook heeft:  ‘De Taliban heeft het recht zich met geweld te verdedigen tegen de Nederlandse militairen’ en ‘Hamas moet zichzelf verdedigen door raketten af te schieten en desnoods Israëlische burgers treffen’ Alle uitspraken roepen op tot of het rechtvaardigen van geweld. Toch zouden alle uitspraken binnen het recht van de vrijheid van mening moeten vallen.

Niet het oproepen of verdedigen van geweld van oorlogvoerenden, maar het aanzetten van geweld tegen een specifieke groep van niet strijdenden vormt een probleem. 

‘Islamieten en Joden mogen gedood worden’ of ‘PVV aanhangers en homos mogen van een flat worden gegooid’ lijkt me bijvoorbeeld niet kunnen. ‘De Islam is een gewelddadige godsdienst’ zou moeten kunnen, maar dan kan ook ‘Homoseksualiteit is een ziekte’ of ‘Geert Wilders is een soort Joseph Goebbels’.

Anders gesteld: Wilders moet kunnen zeggen dat de Islam een gewelddadige religie is en dat de koran verboden moet worden en met die boodschap Groot Brittannië bezoeken, maar de Islamieten mogen zeggen dat de PPV een Nazipartij is, die verboden moet worden. Een volwassen rechtstaat verdedigt het recht van uitspraak. Men heeft zelfs binnen de vrijheid van meningsuiting het recht om te pleiten voor inperking, zoals partijen van allerlei ideologische kleur in Nederland en elders nu dreigen te doen.

Vrijheid van meningsuiting is een kwestie van moed en argumentatieve weerbaarheid. Het is de taak van de vrijzinnigen om al die uitspraken te weerleggen en tegelijk het recht te verdedigen om ze te maken. Ofwel als Wilders en de rechtse intelligentsia ‘onze’ westerse waarden willen verdedigen tegen de Islamfundamentalisten dan zijn ze enkel geloofwaardig als ze dat doen met het woord van Voltaire: ‘Ik verafschuw wat U zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen’  

Ab Gietelink

Filosoof en theaterauteur