DE ANGST VOOR DE ZONDVLOED terug

           

                             of

                 

                 Hoe alles anders kan

 

            Obstinate essays over Nederlandse politiek

 

                        AB GIETELINK

 

 

 

"De media hebben de wereld veranderd, het komt er nu op aan haar anders te interpreteren"

                             Confusier

 

 

 

 

"Wat is een filosoof, die niet in staat is zijn oppo­nent te raken?"

 

                                      Diogenes van Sinope

 

 

 

 

"Wovon man schweigen woll, darüber soll man sprechen"

 

                             Over de ladder van Wittgen­stein

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

De Angst voor de Zondvloed werd met steun van de Balie ge­schreven. De serie pamfletten is te beschouwen als het ideolo­gisch fundament van de politieke groep Referendum 94. Publica­tie werd mogelijk door een bijdrage van Mevrouw Elisabeth Adriana Gietelink-Govers.

 

 

 

 

 

 

 

Vormgeving:

Drukwerk:

 

 

 

 

@ 1994, Uitgeverij Wouter Apitilay

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of open­baar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microflim, geluidsfilm, geluidsband of welke ander wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de auteur.

 

 

 

 

CIP gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.

De angst voor de Zondvloed, Hoe alles anders kan: Obstinate essays over de Nederlandse politiek

 

 

 

De angst voor de Zondvloed: Obstinate politieke essays

Ab Gietelink - Amsterdam: Wouter Apitilay

ISBN

NUGI

 

 

Trefwoorden: Nederland, Politieke filosofie: Essays

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


INHOUDSOPGAVE

 

 

 

PROLOOG OF HOE ALLES ANDERS KAN                     pagina 6

 

Waarom het tijd is dat alles anders wordt

en hoe grondig wij dat gaan aanpak­ken.

 

1.   Wat te doen?                                          6

2.   Hoe de komende maaltijd te nuttigen?                  7

3.   Retorica of hoe een debat aan te gaan                 8

4.   De verloren horizon                                   9

 

 

 

Een hermeneutisch onderzoek

DE ZIEL VAN NEDERLAND                                     11

 

Waarin de oerbeelden van de Hollandse cultuur worden onder­zocht, de angst voor de zondvloed wordt begrepen en de gods­dienst­strijd tussen de rekkelijken en preciesen geactuali­seerd. Hoe Nederland in zichzelf terugkeert.

 

1.   Nederland, het geografisch gezicht                   12

2.   Britain rules the waves, Holland shelters and deals 12

3.   De angst voor de Zondvloed                           13

4.   Watersnoodramp en Waterlinie:                        14

     De Here beschermt ons en straft ons voor onze zon­den

5.   Het labyrint van waterwegen                          14

6.   Atlas, Holland en het leed van de wereld             14

7.   Het onbehagen van de welvaartsstaat                  15

8.   De fatale greep van Calvijn                          15

9.   Wantrouw de mens, vertrouw op Gods wil               16

10.  Een land van banken,                                 16

pensioenen en verzekeringsmaat­schappijen

11.  Hoe de Nederlandse Volksgeest te ontsluieren?

12.  De nieuwe rekkelijken en de nieuwe precie­sen         18

 


4 Obstinate politieke pamfletten

 

 

I   HET EINDE VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE             19

 

Waarom de parlementaire democratie zijn einde nadert, hoe we haar moeten ontbinden en wat er daarna nog komt.

Waarom de Neder­landse politiek slaapverwekkend is en hoe de steen in de hofvij­ver te gooi­en. Hoe werkt een referendumdemo­cratie?

 

1.Van Regentenoligarchie tot Referendumdemocratie

2.De grotmythe en de oogkleppen van Fukuyama              20

3.   Het onvoltooide einde van de Geschiedenis

4.De democratische ballon implodeert,                     22

de rechtsstaat stabili­seert!

4.De paradox van de mediademocratie                       22

5. De armoede van de supermarktdemocratie                 23

6. BV Nederland:                                          23

De vertechnocratisering van het poli­tieke debat

7.De Agora of hoe werkte de Griekse democratie?           23

8.Het einde van de politieke partij?                      24

9. Weg met de partijdiscipline!                           24

10.D66: Burgermansparticipatie en politieke decon­structie 25

11.  De interactieve cultuur

11.De komst van de referendumdemocratie                   25

12.Retorica of                                            26

waarom een theatralisering van het debat nodig is.

13.Waarom de toekomst aan het referendum is.              27

14.  Hoe onze tegenstanders van repliek te dienen

14.Het zwijgen over het Europa-referendum                 27

15.Het Amsterdams Auto-referendum                         28

16.Hoe een referendum te organiseren?                     29

17.De verkiesbaarheid van openbare functies               29

18.Tenslotte: Perspectieven op zelfbestuur?               30

 

 

II  DE PARADOX VAN HET ARBEIDSETHOS                       31

 

Waarom de Nederlandse arbeidscultuur paradoxale dimen­sies kent en hoe het raadsel van deze sfinx op te lossen?

Waarom de politici geloven in de mythe van de scholing en hoe alles anders kan.

 

1.Werkloosheid of het fetsj in de markteconomie           32

2.Koning consument en soldaat producent                   33

3.Wat betekent kwaliteit van de arbeid?                   33

4.De paradox in het arbeidsgenot                          34

5.De specialistenmaatschappij en de diploma-inflatie      35

6.De mythe van de onderscholing                           36

7.De tragiek van de minderhedenemancipatie                37

8.Het ouderen-afschrijfbeleid                             37

9.Het "WAO"debat in het keurslijf van de broekriem        38

10.Het taboe deeltijdarbeid                               38

11.Pleidooi voor de informele maatschappij                39

12.Project-organisatie of de dynamische arbeidscultuur    40

13.  Homework en het post-industriele arbeidsperspectief

14.  De Nieuwe Netwerkmaatschappij.

 

 

 


III IN DE BAN VAN DE VEILIGHEID                           43

 

Hoe media hun eigen werkelijkheid maken, wat dat met veilig­heid van doen heeft. Waarom Nederland een veilig­heidssyndroom heeft en hoe het terug­verlangt naar autoritaire methoden. Hoe een oud ideologisch offensief samengaat met nieuwe repressie­middelen.

 

1.Hoe het veiligheidssyndroom

         het beeldscherm kon bezetten                     42

2.Het 90-decennium en het panoptische bewustzijn          42

3.De paradox van de veiligheidsbehoefte                   43

4.De Groningse wapenwedloop                               43

5.De wetten van het mediacircus                           44

5a.De wet van de actualiteit

5b.De wet van de sensitieve identificatiemogelijkheden

5c.De wet van de snelheid

5d.De wet van de complexiteit en de nivellering

5e.De wet van de verdwijning van de kritiek

6.De hemelse veiligheid van Big Brother                   46

7.Hoe kon de angst meester worden?                        46

8.Er waart een spook tussen de mensen en de dingen        47

9.De neutralisering van de vreemdeling                    47

10.De Vuysje-ideologie: de roep om de jaren 50            48

11.Waarom criminaliteit? Waarom geen normvervaging?       48

12.Niet zeuren: Leve het hedonisme!                       49

13.De flexibilisering van de normtoepassing               49

14.De "Als het mij maar niet aangaat" verdraagzaam­heid    50

15.De "Moeten we ons zo gedragen?" benadering             50

16. De autoritaire verleiding van de PvdA                 51

17.De burger-anarchist, de linkse commisaris              51

en de moral majo­rity

18.Waar zou de criminaliteit toch vandaan komen?          52

19.De vandaal, het avontuur en de klok van de verveling   52

20.Voorbij de dwang: Lof der verleiding                   53

21.De fatale verleiding van de heroïnespuit               53

22.Stedelijke vernieuwing moet niet veiliger,             54

maar levenskrachtiger.

23.Tenslotte: Een morele epiloog                          55

  

 

IV  BESCHAVINGSFUNDAMENTALISME EN CULTUURRELATI­VISME      56

 

Hoe het universalisme haar offensief tegenover de niet-wes­terse culturen organiseert. Hoe het westen haar verlichte rationaliteit onthoofdt. Waarom integratie onzin is. Hoe het cul­tuurrelativisme te gebrui­ken voor een herwaar­dering van het cultuur­ver­schil.

 

 

A CULTUURRELATIVISME

 

1.Islam, het nieuwe spook in Europa                       57

2.De terugkeer van het beschavingsfundamentalisme         57

3.Kritiseer uw vrienden, communiceer met uw vijanden

4.De oogkleppenverlichting van Sanders en Finkiel­kraut:   58

Conformist thuis, Kritisch uit

5.Waarom Bart Tromp het cultuurrelativisme niet be­grijpt  59

6.De continententheorie of                                61

scheuren in het universa­listische wereld­beeld

7.Het universalismedebat:                                 61

de vergeten dimensie van de Verlich­ting

7a.Het gesloten universalisme                             62

7b.Het gesloten cultuurrellativisme                       62

7c.Het open universalisme                                 63

7d.Het open cultuurrelativisme                            63

 

 

B  MINDERHEDEN

 

8.Waarom integratie een foute strategie is                64

9.De Centrum-Democraten: zondebok en bliksemafleider      64

10.De Nederlandse taalverplichting en

        Islamitische scholen                              65

11.Waarom wij inconsequent zijn tegenover minderheden?    65

12.Stropdas contra hoofddoek                              66

13.Integratie? Niet elke gastarbeider wil blijven         66

14.Polygamie of

     Waarom Bolkestein in zijn eigen staart bijt          66

 

 

C. FASCISMEPERCEPTIES

 

15.De Anne Frank Stichting:

     De tragiek van het anti-fascisme                     69

16.Het humanistisch verbond:                              70

De paradox van de verdraagzaam­heid

17.Amnesty International en                               70

De relativiteit van de mensenrechten

18.Het taboe op racisme                                   71

19.Fassbinder en                                          72

     De theatralisering van het slachtoffermechanisme

 

 

D. DIFFERENTIEDENKEN

 

20.Hoe te ontsnappen aan de dialectische spiraal?         73

21.De verboden fascinatie voor het verschil               73

 

 

EPILOOG                                                   75

 

48 POLITIEKE STELLINGEN

 

OVER DE AUTEUR


PROLOOG OF HOE ALLES ANDERS KAN

                                                           

1. WAT TE DOEN?

Nederland leeft in het voorjaar van 1994 in verkiezingstijd. Een geschikt moment om een boek te presenteren dat vragen stelt over en inzichten geeft in de politieke ideologie van de jaren 90. De volgende essays behandelen een aantal belangrijke "hot issues", die de afgelopen jaren in de aandacht hebben gestaan. Ik heb in de voor U liggende studie geprobeerd de wijsgerige wortel van deze politieke issues te beschrijven in een radicaal-vrij­zinnig perspectief.

 

De mogelijkheid tot politieke vernieu­wing staat na enkele decennia van ouder­wetse partijpolitiek weer op de agenda. De partij, die in de jaren 60 deze politieke vernieuwing symboli­seerde was D'66. Juist deze partij lijkt er nu, 28 jaar na haar oprichting, in te slagen om de belang­rijkste politieke groepe­ring van het land te worden en daarmee de drager te worden van een nieuw kli­maat. Het moment bij uitstek om een programma te presenteren, dat een aantal vroege­re D'66 noties radicali­seert en feitelijk pleit voor de trans­itie van een parlemen­taire demo­cratie naar een referen­dumdemocra­tie.

 

De essays vormen een aanval op de kleffe con­sensus­geest, die het Neder­landse politieke denken steeds meer in haar greep heeft. Een klimaat dat vooral gekenmerkt wordt door de zelfge­noegzame formule "Nederland is af". Dit statement tekent de tijdgeest van een genera­tie politieke den­kers van voorheen progressieve huize, die zich in de sociaal-liberale wel­vaartsstaat Neder­land geen radicaal nieuw perspec­tief meer kunnen verbeel­den en alles wat daarop lijkt bij voorbaat wantrouwen.

Mijn grondstelling is dat Nederland helemaal niet af is, maar aan de vooravond van vergaande kwali­tatieve veran­derin­gen in haar poli­tiek en cultuur staat. De beloften van de jaren '60 en '70 zijn welis­waar voor een deel gereali­seerd, maar verder ver­zwe­gen. Geruis­loos voltrekt zich de *zelf*moord op de ver­lichte rationa­li­teit en verlie­zen we de hori­zon*. De Wes­terse samenle­vin­gen zijn aan het einde van de jaren '70 hun emanci­patoir perspec­tief op de toekomst kwijt geraakt. Door de Neder­landse bezui­nin­gingsob­sessie van de jaren '80 heeft een veilig minima­lisme zijn intrede gedaan. De maat­schap­pelijke mo­gelijk­heden zijn vervolgens gereduceerd tot een *actue­le bestaans­wijze. Om zicht te krijgen op de niet gerea­liseerde en veronachtzaamde emancipa­tiemogelijkhe­den van de politiek is een radicalisering van politie­ke kern­be­grippen.* en een kriti­sche relati­vering van de percep­tiekaders nodig.

 

Onderstaande pamfletten zijn het resultaat van een denkwijze die het onvol­tooide project van de moder­nen opnieuw handen en voeten wil geven door de theoreti­sche noties nieuwe inhoud te geven en vervol­gens toe te passen op praktische politieke problemen. Het moderne denken wordt hier niet herzien, maar gede­constru­eerd in postmo­derne zin om deze daarna opnieuw in stel­ling te brengen. Ik heb de ar­gumen­tatieka­ders gedemon­teerd om ze anders te kunnen inbrengen in de maatschap­pe­lijke dis­cus­sie. Het vermogen vernieuwin­gen te kunnen denken steunt immers op de ver­beel­dingskracht om de dingen anders te kunnen denken dan ze zich voor­doen.

In de hyper-technologische *welvaartsstaat zijn veranderingen steeds meer ver­bonden aan het lichtvoetige ver­mogen tot inter­preta­tie. Het scheppen van een grotere interpre­tatie­ruimte vereist een flexi­bele en verwonde­rende "wijsge­ri­ge" instel­ling: een ironisch houding en een besef dat de vastgeroeste politieke waar­heden ten­slotte op drijf­zand rusten. Het besef dat een poli­tieke theo­rie niet steunt op een fundament, maar het produkt is van een retori­sche en ideologisch geconstrueer­de de­fini­tie van de werkelijkheid.

 

2. HOE DE KOMENDE MAALTIJD TE NUTTIGEN?

De maaltijd, die ik U aanbeveel langzaam en bedacht­zaam te nuttigen, bestaat uit een voorgerecht en vier hoofd­gan­gen. Ze zijn onafhankelijk genuttigd worden, maar er zijn vanzelfspre­kend overeenkomsten in de bereidings­wijze. 

 

Voor hen die speci­fiek in bepaalde onderwerpen geïnteresseerd zijn en van bladeren houden is het geheel voorafgegaan door een zeer uitgebreidde inhoudsopgave. De hors d'oevre bevat de ziel van Nederland. Het ge­recht bestaat uit een hermeneu­tisch onderzoek naar de oersym­bolen van de Hol­landse geest. Ik heb hier gepro­beerd losse opmerkin­gen van anderen systematisch uit te bouwen.

 

Staande op de schou­ders van Huizin­ga, Canet­ti en Schama heb ik getracht een im­pressionis­tische kaart van de Neder­landse ziel te tekenen. Een ziel die in de 'Gouden Eeuw' haar herken­bare contouren aannam. De formulering "De angst voor de zond­vloed" is niet enkel een aan­trek­kelijke boektitel.  Ik vat het  hier vooral op als het oerkarakter van de Neder­landse cul­tuur en poli­tiek. Vanzelfsprekend is deze Neder­landse ziel geen meta­fysisch object, maar een cul­tuur-histori­sche geheel, dat zich in de loop van de eeuwen heeft ontwik­keld en een para­doxale struc­tuur in zich draagt. De paradox in deze ziel werd bij de geboorte van de Nederland­se natie reeds zicht­baar door het schisma in de Protes­tantse kerk tussen Preciesen en Rekke­lij­ken. Dit zelfde schisma kwam naar voren in de strijd tussen de 'Prinsgzi­nden' en 'Patriot­ten' aan het einde van de 18e eeuw naar voren. Mijn inter­preta­tie van de 'ziel' lijkt misschien bij vluch­tige lezing "pre­cies" en fa­taal, maar heeft enkel tot inzet om de "rekke­lijke" vernieu­wer bewust te maken van de macht van de his­torische bal­last.

*[ERUIT]De voor u liggende politieke essays zie ik als een voorlopig laatste sta­dium in de vrijzinnige, rekkelijke tradi­tie.

 

Het hoofdmaal bevat vier pamfletten over respectievelijk demo­cratie, arbeid, veiligheid en cultuurrelativisme. De pamflet­ten beogen de matte consen­sus, die in het politieke denken over deze onderwerpen in het begin van de jaren '90 is ont­staan, open te scheuren.

 

 

Zo zal ik argumenteren dat de parlementair democratie op zijn laatste benen loopt en toe is aan afschaffing om plaats te maken voor een referen­dumdemo­cra­tie. Het referendum, dat momenteel met dezelfde argumenten wordt weggemof­feld als het algemeen kiesrecht voor 1917, dient de kern van de toe­komstige staatsstructuur in geavan­ceerde samenle­vingen te vormen.

 

In mijn vertoog over de status van de arbeid kan men een ver­licht mar­xistische denkwijze herkennen. Het tekort op de ar­beidsmarkt werd de stok achter de deur om een cy­nische en defensieve ideologie opnieuw mogelijk te maken. Hoewel mijn analyse een kritisch karakter heeft, kies ik in de poli­tieke opties om de problemen op de ar­beids­markt op te lossen voor een serie mogelijkheden die men post­mo­dern, flexi­bel of dif­feren­tieel zou kunnen noemen.

 

Veiligheid is de afgelopen jaren weer een hot item. Maar dat heeft meer te maken met het tekort op de arbeids­markt en de ex­ploitatie van daarmee samen­hangende latente angsten door media-organen dan met de zogenaamde nood­zaak om de regels te handhaven. In dat verband zal ik in de loop van het essay aange­ven wat de mogelijkheden zijn om op post-autori­taire wijze met de binnen­landse veilig­heidsproble­ma­tiek om te gaan.

 

Zonder twijfel is de discussie over de multiculturele samenle­ving het meest actuele debat van dit moment. In essentie gaat het hier om het universalis­me in een andere gedaante, waar­van ik de ortho­doxe stroming als een vorm van bescha­vings­fundamen­ta­lisme zou willen beschrijven. In mijn essay neem ik het juist op voor de eigen­waar­de van andere culturen, waarbij ik als voorbeeld de positie van de Islam uitge­breid aan de orde laat komen. Ten­slotte keer ik mij tegen een anti-fascisme­bewe­ging die ik als *een zichzelf overleef­de schaduw uit het verle­den beschouw omdat zij juist het spook oproept dat ze tracht te be­strijden.

 

Als dessert heb ik uit de verschillende vertogen een aantal grondlijnen als een serie stel­lingen opgediend. De verto­gen zijn als een radicale uitwerking van het ac­tuele poli­tieke debat opgedist. De in­grediënten zijn bereid voor de gevoelige maag van de ontwik­kelde en Progres­sieve bur­gerleek.

Zij die op zoek zijn naar nieuwe perspectieven en open staan om hun eigen over­tui­gin­gen te kritiseren, hoop ik met dit schrij­ven van dienst te kunnen zijn. Deze kring van milde vrij­zinnigen hoop ik te kunnen ver­leiden tot langzaam lezen, naden­ken, kritise­ren en afwe­gen.

 

 

3. RETORICA OF HOE EEN DEBAT AAN TE GAAN

Laat ik er geen doekjes om winden. De voor U liggende pamflet­ten zijn irritant voor conservatieven en vooral voor ex-Pro­gressie­ven.  Het is mijn stelligste overtuiging dat het Neder­landse politie­ke land­schap volge­pakt zit met cynici, formalis­ten en zwijgen­de adepten van de nieuwe voor­zichtig­heid.

Zij zullen hun hoofd schudden, zich ergeren en roepen dat ik een gevaar­lijke zweefvlieger en een preten­tieuze blazer ben. Zij zullen geïrriteerd worden en kwaad de bundel van zich afwer­pen. Wanneer ik de waardering van iedereen gezocht had, had ik een ander boek geschre­ven. De waarde van deze publica­tie ligt juist in deze publieke verwerping.

 

Deze pamfletten dagen openlijk uit tot een maatschappelijk debat. Het debat dat in Nederland onder de last van inkapse­ling, pacificatie en retorische onkun­de een zieltogend bestaan lijdt. Het is dan ook het inhoudelijk debat waar de essays en stel­lingen zich in de eerste plaats op richten.

 

De Verlichting lijkt dood, dood en begraven.

De provocatieve geest van de jaren '60 heeft de afgelopen jaren zelf­moord gepleegd en is vervolgens tot taboe verklaard. De verlich­te rationa­liteit is verdronken in het moeras van de Hollandse poldergeest. Na het droog­malen is deze vervol­gens met aarde overdekt: wij zwijgen over haar bestaan.

Op een andere plaats en in een ander verband zal ik opnieuw uitleggen waarom dat gebeurd is en de absurditeit van dat proces aan de kaak stellen. Mijn essays spit­sen zich op con­cre­te onderwerpen toe en snijden datgene waar­over gezwe­gen wordt aan. De vertogen zijn vooral een aanval op het onterech­te gevoel van vei­ligheid van deze tijd.

Het soort progressie van de NCPN in Oost-Groningen. Geen groene filosofie van de zuinigheid. Nog minder een ingepas­te sociaal-democra­tie, die oproept tot een "flinke" bestuurs­stijl. Evenmin een Amnesty Internatio­nal univer­salisme. Noch de D'66 redelijkheid noch het cyni­sme en het machi­avellis­me waaraan de ex-linkse intelligentsia zich sinds haar val heeft overgegeven.

Wat dan wel? Een deconstruerende en terugtrekkende denkbe­weging. Een poging om de verborgen ideologie verder te ontman­telen en de dingen van hun funda­menten los te wrikken. Een genade­loos en ironisch omke­ringsspel om met de vrij­komende betekenissen een opening te forceren in de dichtge­smeer­de ratio­na­li­teit van het zelfge­noeg­zame gelijk.

 

4. DE VERLOREN HORIZON

Het hier gepresenteerde radicalisme komt niet voort uit een naar links af­gedreven denken geboren uit frustratie en desil­lusie, maar is het produkt van een denken over en herinne­ring aan tradities, die de afgelopen jaren in de vergetelheid lijken te raken.

Hebben de volgende pamfletten een politieke kleur? Weldege­lijk: een sn­eeuw­witte vlag waarop de kleuren van een regen­boog met een ouderwet­se en draaibare toverlan­taarn geprojecteerd zijn.

 

De essays gaan vooral voorbij de door nuances opgetuigde voorzichtigheid. Voorbij de diep calvinisti­sche behoefte om maat­schappe­lijk hand­elen voortdurend op te vatten als een politiek dilemma. Het progressief radica­lisme lijdt al jaren aan een di­lem­mak­ramp, dat haar naar het maatschappij-­bevesti­gende midden drijft. Aan de op­pervlakte van het maat­schap­pelijk leven heersen nuance en dil­emma; maar juist daar­achter lijken zich nieuwe per­spectie­ven voor te kunnen doen.

In de onderhuids cynische en licht repressieve kijkwij­ze in media en politiek hoort men de ondertoon van afkeer en onze­ker­heid, de angst voor risi­co, de ideolo­gie van het verze­ke­ringswe­zen, het wantrouwen in het eigen kunnen en de fatale moede­loos­heid bij de sociale pro­blema­tiek.

 

De gesignaleerde problemen zijn niet speci­fiek Neder­lands,  maar Europees of Westers en, vol­gens som­migen, zelfs mondiaal. Tot op zekere hoogte is dat waar, maar in ieder geval spelen ze in Nederland en wel op een zeer specifieke en eigenzinnige wijze.

De hier gepresenteerde radicale uitwerking is toegepast op een viertal natio­nale politie­ke vraagstuk­ken en onthoudt zich bewust van het debat over inter­nationali­ser­ing, Europa, de VN en de nieuwe wereld­orde. Ik verwacht dat binnen niet al te lange tijd ook deze nieuwe heiligen van hun sok­kels te rollen.

 

Tenslotte.

Ik erger mij aan de nostalgische vaststelling dat "Alles an­ders moest" en aan de neiging het denken aan te passen aan de "main­stream". Ik laat het niet bij vrijblij­vende verklaringen en genu­an­ceerde relati­veringen. De inzet van deze verto­gen is niets anders dan met intellectuele "Frech­heit" te ver­tel­len "hoe alles anders kan".