DE ANGST VOOR DE ZONDVLOED
of
Hoe alles anders kan
Obstinate essays over Nederlandse politiek
AB GIETELINK
"De media hebben de wereld veranderd, het komt er nu op aan haar anders te interpreteren"
Confusier
"Wat is een filosoof, die niet in staat is zijn opponent te raken?"
Diogenes van Sinope
"Wovon man schweigen woll, darüber soll man sprechen"
Over de ladder van Wittgenstein
De Angst voor de Zondvloed werd met steun van de Balie geschreven. De serie pamfletten is te beschouwen als het ideologisch fundament van de politieke groep Referendum 94. Publicatie werd mogelijk door een bijdrage van Mevrouw Elisabeth Adriana Gietelink-Govers.
Vormgeving:
Drukwerk:
@ 1994, Uitgeverij Wouter Apitilay
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microflim, geluidsfilm, geluidsband of welke ander wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de auteur.
CIP gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
De angst voor de Zondvloed, Hoe alles anders kan: Obstinate essays over de Nederlandse politiek
De angst voor de Zondvloed: Obstinate politieke essays
Ab Gietelink - Amsterdam: Wouter Apitilay
ISBN
NUGI
Trefwoorden: Nederland, Politieke filosofie: Essays
INHOUDSOPGAVE
PROLOOG OF HOE ALLES ANDERS KAN pagina 6
Waarom het tijd is dat alles anders wordt
en hoe grondig wij dat gaan aanpakken.
1. Wat te doen? 6
2. Hoe de komende maaltijd te nuttigen? 7
3. Retorica of hoe een debat aan te gaan 8
4. De verloren horizon 9
Een hermeneutisch onderzoek
DE ZIEL VAN NEDERLAND 11
Waarin de oerbeelden van de Hollandse cultuur worden onderzocht, de angst voor de zondvloed wordt begrepen en de godsdienststrijd tussen de rekkelijken en preciesen geactualiseerd. Hoe Nederland in zichzelf terugkeert.
1. Nederland, het geografisch gezicht 12
2. Britain rules the waves, Holland shelters and
deals 12
3. De angst voor de Zondvloed 13
4. Watersnoodramp en Waterlinie: 14
De Here beschermt ons en straft ons voor onze zonden
5. Het labyrint van waterwegen 14
6. Atlas, Holland en het leed van de wereld 14
7. Het onbehagen van de welvaartsstaat 15
8. De fatale greep van Calvijn 15
9. Wantrouw de mens, vertrouw op Gods wil 16
10. Een land van banken, 16
pensioenen en verzekeringsmaatschappijen
11. Hoe de Nederlandse Volksgeest te ontsluieren?
12. De nieuwe rekkelijken en de nieuwe preciesen 18
4 Obstinate politieke pamfletten
I HET EINDE VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 19
Waarom de parlementaire democratie zijn einde nadert, hoe we haar moeten ontbinden en wat er daarna nog komt.
Waarom de Nederlandse politiek slaapverwekkend is en hoe de steen in de hofvijver te gooien. Hoe werkt een referendumdemocratie?
1.Van Regentenoligarchie tot Referendumdemocratie
2.De grotmythe en de oogkleppen van Fukuyama 20
3. Het onvoltooide einde van de Geschiedenis
4.De democratische ballon implodeert, 22
de rechtsstaat stabiliseert!
4.De paradox van de mediademocratie 22
5. De armoede van de supermarktdemocratie 23
6. BV Nederland: 23
De vertechnocratisering van het politieke debat
7.De Agora of hoe werkte de Griekse democratie? 23
8.Het einde van de politieke partij? 24
9. Weg met de partijdiscipline! 24
10.D66: Burgermansparticipatie en politieke deconstructie 25
11. De interactieve cultuur
11.De komst van de referendumdemocratie 25
12.Retorica of 26
waarom een theatralisering van het debat nodig is.
13.Waarom de toekomst aan het referendum is. 27
14. Hoe onze tegenstanders van repliek te dienen
14.Het zwijgen over het Europa-referendum 27
15.Het Amsterdams Auto-referendum 28
16.Hoe een referendum te organiseren? 29
17.De verkiesbaarheid van openbare functies 29
18.Tenslotte: Perspectieven op zelfbestuur? 30
II DE PARADOX VAN HET ARBEIDSETHOS 31
Waarom de Nederlandse arbeidscultuur paradoxale dimensies kent en hoe het raadsel van deze sfinx op te lossen?
Waarom de politici geloven in de mythe van de scholing en hoe alles anders kan.
1.Werkloosheid of het fetsj in de markteconomie 32
2.Koning consument en soldaat producent 33
3.Wat betekent kwaliteit van de arbeid? 33
4.De paradox in het arbeidsgenot 34
5.De specialistenmaatschappij en de diploma-inflatie 35
6.De mythe van de onderscholing 36
7.De tragiek van de minderhedenemancipatie 37
8.Het ouderen-afschrijfbeleid 37
9.Het "WAO"debat in het keurslijf van de broekriem 38
10.Het taboe deeltijdarbeid 38
11.Pleidooi voor de informele maatschappij 39
12.Project-organisatie of de dynamische arbeidscultuur 40
13. Homework en het post-industriele arbeidsperspectief
14. De Nieuwe Netwerkmaatschappij.
III IN DE BAN VAN DE VEILIGHEID 43
Hoe media hun eigen werkelijkheid maken, wat dat met veiligheid van doen heeft. Waarom Nederland een veiligheidssyndroom heeft en hoe het terugverlangt naar autoritaire methoden. Hoe een oud ideologisch offensief samengaat met nieuwe repressiemiddelen.
1.Hoe het veiligheidssyndroom
het beeldscherm kon bezetten 42
2.Het 90-decennium en het panoptische bewustzijn 42
3.De paradox van de veiligheidsbehoefte 43
4.De Groningse wapenwedloop 43
5.De wetten van het mediacircus 44
5a.De wet van de actualiteit
5b.De wet van de sensitieve identificatiemogelijkheden
5c.De wet van de snelheid
5d.De wet van de complexiteit en de nivellering
5e.De wet van de verdwijning van de kritiek
6.De hemelse veiligheid van Big Brother 46
7.Hoe kon de angst meester worden? 46
8.Er waart een spook tussen de mensen en de dingen 47
9.De neutralisering van de vreemdeling 47
10.De Vuysje-ideologie: de roep om de jaren 50 48
11.Waarom criminaliteit? Waarom geen normvervaging? 48
12.Niet zeuren: Leve het hedonisme! 49
13.De flexibilisering van de normtoepassing 49
14.De "Als het mij maar niet aangaat" verdraagzaamheid 50
15.De "Moeten we ons zo gedragen?" benadering 50
16. De autoritaire verleiding van de PvdA 51
17.De burger-anarchist, de linkse commisaris 51
en de moral majority
18.Waar zou de criminaliteit toch vandaan komen? 52
19.De vandaal, het avontuur en de klok van de verveling 52
20.Voorbij de dwang: Lof der verleiding 53
21.De fatale verleiding van de heroïnespuit 53
22.Stedelijke vernieuwing moet niet veiliger, 54
maar levenskrachtiger.
23.Tenslotte: Een morele epiloog 55
IV BESCHAVINGSFUNDAMENTALISME EN CULTUURRELATIVISME 56
Hoe het universalisme haar offensief tegenover de niet-westerse culturen organiseert. Hoe het westen haar verlichte rationaliteit onthoofdt. Waarom integratie onzin is. Hoe het cultuurrelativisme te gebruiken voor een herwaardering van het cultuurverschil.
A CULTUURRELATIVISME
1.Islam, het nieuwe spook in Europa 57
2.De terugkeer van het beschavingsfundamentalisme 57
3.Kritiseer uw vrienden, communiceer met uw vijanden
4.De oogkleppenverlichting van Sanders en Finkielkraut: 58
Conformist thuis, Kritisch uit
5.Waarom Bart Tromp het cultuurrelativisme niet begrijpt 59
6.De continententheorie of 61
scheuren in het universalistische wereldbeeld
7.Het universalismedebat: 61
de vergeten dimensie van de Verlichting
7a.Het gesloten universalisme 62
7b.Het gesloten cultuurrellativisme 62
7c.Het open universalisme 63
7d.Het open cultuurrelativisme 63
B MINDERHEDEN
8.Waarom integratie een foute strategie is 64
9.De Centrum-Democraten: zondebok en bliksemafleider 64
10.De Nederlandse taalverplichting en
Islamitische scholen 65
11.Waarom wij inconsequent zijn tegenover minderheden? 65
12.Stropdas contra hoofddoek 66
13.Integratie? Niet elke gastarbeider wil blijven 66
14.Polygamie of
Waarom Bolkestein in zijn eigen staart bijt 66
C. FASCISMEPERCEPTIES
15.De Anne Frank Stichting:
De tragiek van het anti-fascisme 69
16.Het humanistisch verbond: 70
De paradox van de verdraagzaamheid
17.Amnesty International en 70
De relativiteit van de mensenrechten
18.Het taboe op racisme 71
19.Fassbinder en 72
De theatralisering van het slachtoffermechanisme
D. DIFFERENTIEDENKEN
20.Hoe te ontsnappen aan de dialectische spiraal? 73
21.De verboden fascinatie voor het verschil 73
EPILOOG 75
48 POLITIEKE STELLINGEN
OVER DE AUTEUR
PROLOOG OF HOE ALLES ANDERS KAN
1. WAT TE DOEN?
Nederland leeft in het voorjaar van 1994 in verkiezingstijd. Een geschikt moment om een boek te presenteren dat vragen stelt over en inzichten geeft in de politieke ideologie van de jaren 90. De volgende essays behandelen een aantal belangrijke "hot issues", die de afgelopen jaren in de aandacht hebben gestaan. Ik heb in de voor U liggende studie geprobeerd de wijsgerige wortel van deze politieke issues te beschrijven in een radicaal-vrijzinnig perspectief.
De mogelijkheid tot politieke vernieuwing staat na enkele decennia van ouderwetse partijpolitiek weer op de agenda. De partij, die in de jaren 60 deze politieke vernieuwing symboliseerde was D'66. Juist deze partij lijkt er nu, 28 jaar na haar oprichting, in te slagen om de belangrijkste politieke groepering van het land te worden en daarmee de drager te worden van een nieuw klimaat. Het moment bij uitstek om een programma te presenteren, dat een aantal vroegere D'66 noties radicaliseert en feitelijk pleit voor de transitie van een parlementaire democratie naar een referendumdemocratie.
De essays vormen een aanval op de kleffe consensusgeest, die het Nederlandse politieke denken steeds meer in haar greep heeft. Een klimaat dat vooral gekenmerkt wordt door de zelfgenoegzame formule "Nederland is af". Dit statement tekent de tijdgeest van een generatie politieke denkers van voorheen progressieve huize, die zich in de sociaal-liberale welvaartsstaat Nederland geen radicaal nieuw perspectief meer kunnen verbeelden en alles wat daarop lijkt bij voorbaat wantrouwen.
Mijn grondstelling is dat Nederland helemaal niet af is, maar aan de vooravond van vergaande kwalitatieve veranderingen in haar politiek en cultuur staat. De beloften van de jaren '60 en '70 zijn weliswaar voor een deel gerealiseerd, maar verder verzwegen. Geruisloos voltrekt zich de *zelf*moord op de verlichte rationaliteit en verliezen we de horizon*. De Westerse samenlevingen zijn aan het einde van de jaren '70 hun emancipatoir perspectief op de toekomst kwijt geraakt. Door de Nederlandse bezuiningingsobsessie van de jaren '80 heeft een veilig minimalisme zijn intrede gedaan. De maatschappelijke mogelijkheden zijn vervolgens gereduceerd tot een *actuele bestaanswijze. Om zicht te krijgen op de niet gerealiseerde en veronachtzaamde emancipatiemogelijkheden van de politiek is een radicalisering van politieke kernbegrippen.* en een kritische relativering van de perceptiekaders nodig.
Onderstaande pamfletten zijn het resultaat van een denkwijze die het onvoltooide project van de modernen opnieuw handen en voeten wil geven door de theoretische noties nieuwe inhoud te geven en vervolgens toe te passen op praktische politieke problemen. Het moderne denken wordt hier niet herzien, maar gedeconstrueerd in postmoderne zin om deze daarna opnieuw in stelling te brengen. Ik heb de argumentatiekaders gedemonteerd om ze anders te kunnen inbrengen in de maatschappelijke discussie. Het vermogen vernieuwingen te kunnen denken steunt immers op de verbeeldingskracht om de dingen anders te kunnen denken dan ze zich voordoen.
In de hyper-technologische *welvaartsstaat zijn veranderingen steeds meer verbonden aan het lichtvoetige vermogen tot interpretatie. Het scheppen van een grotere interpretatieruimte vereist een flexibele en verwonderende "wijsgerige" instelling: een ironisch houding en een besef dat de vastgeroeste politieke waarheden tenslotte op drijfzand rusten. Het besef dat een politieke theorie niet steunt op een fundament, maar het produkt is van een retorische en ideologisch geconstrueerde definitie van de werkelijkheid.
2. HOE DE KOMENDE MAALTIJD TE NUTTIGEN?
De maaltijd, die ik U aanbeveel langzaam en bedachtzaam te nuttigen, bestaat uit een voorgerecht en vier hoofdgangen. Ze zijn onafhankelijk genuttigd worden, maar er zijn vanzelfsprekend overeenkomsten in de bereidingswijze.
Voor hen die specifiek in bepaalde onderwerpen geïnteresseerd zijn en van bladeren houden is het geheel voorafgegaan door een zeer uitgebreidde inhoudsopgave. De hors d'oevre bevat de ziel van Nederland. Het gerecht bestaat uit een hermeneutisch onderzoek naar de oersymbolen van de Hollandse geest. Ik heb hier geprobeerd losse opmerkingen van anderen systematisch uit te bouwen.
Staande op de schouders van Huizinga, Canetti en Schama heb ik getracht een impressionistische kaart van de Nederlandse ziel te tekenen. Een ziel die in de 'Gouden Eeuw' haar herkenbare contouren aannam. De formulering "De angst voor de zondvloed" is niet enkel een aantrekkelijke boektitel. Ik vat het hier vooral op als het oerkarakter van de Nederlandse cultuur en politiek. Vanzelfsprekend is deze Nederlandse ziel geen metafysisch object, maar een cultuur-historische geheel, dat zich in de loop van de eeuwen heeft ontwikkeld en een paradoxale structuur in zich draagt. De paradox in deze ziel werd bij de geboorte van de Nederlandse natie reeds zichtbaar door het schisma in de Protestantse kerk tussen Preciesen en Rekkelijken. Dit zelfde schisma kwam naar voren in de strijd tussen de 'Prinsgzinden' en 'Patriotten' aan het einde van de 18e eeuw naar voren. Mijn interpretatie van de 'ziel' lijkt misschien bij vluchtige lezing "precies" en fataal, maar heeft enkel tot inzet om de "rekkelijke" vernieuwer bewust te maken van de macht van de historische ballast.
*[ERUIT]De voor u liggende politieke essays zie ik als een voorlopig laatste stadium in de vrijzinnige, rekkelijke traditie.
Het hoofdmaal bevat vier pamfletten over respectievelijk democratie, arbeid, veiligheid en cultuurrelativisme. De pamfletten beogen de matte consensus, die in het politieke denken over deze onderwerpen in het begin van de jaren '90 is ontstaan, open te scheuren.
Zo zal ik argumenteren dat de parlementair democratie op zijn laatste benen loopt en toe is aan afschaffing om plaats te maken voor een referendumdemocratie. Het referendum, dat momenteel met dezelfde argumenten wordt weggemoffeld als het algemeen kiesrecht voor 1917, dient de kern van de toekomstige staatsstructuur in geavanceerde samenlevingen te vormen.
In mijn vertoog over de status van de arbeid kan men een verlicht marxistische denkwijze herkennen. Het tekort op de arbeidsmarkt werd de stok achter de deur om een cynische en defensieve ideologie opnieuw mogelijk te maken. Hoewel mijn analyse een kritisch karakter heeft, kies ik in de politieke opties om de problemen op de arbeidsmarkt op te lossen voor een serie mogelijkheden die men postmodern, flexibel of differentieel zou kunnen noemen.
Veiligheid is de afgelopen jaren weer een hot item. Maar dat heeft meer te maken met het tekort op de arbeidsmarkt en de exploitatie van daarmee samenhangende latente angsten door media-organen dan met de zogenaamde noodzaak om de regels te handhaven. In dat verband zal ik in de loop van het essay aangeven wat de mogelijkheden zijn om op post-autoritaire wijze met de binnenlandse veiligheidsproblematiek om te gaan.
Zonder twijfel is de discussie over de multiculturele samenleving het meest actuele debat van dit moment. In essentie gaat het hier om het universalisme in een andere gedaante, waarvan ik de orthodoxe stroming als een vorm van beschavingsfundamentalisme zou willen beschrijven. In mijn essay neem ik het juist op voor de eigenwaarde van andere culturen, waarbij ik als voorbeeld de positie van de Islam uitgebreid aan de orde laat komen. Tenslotte keer ik mij tegen een anti-fascismebeweging die ik als *een zichzelf overleefde schaduw uit het verleden beschouw omdat zij juist het spook oproept dat ze tracht te bestrijden.
Als dessert heb ik uit de verschillende vertogen een aantal grondlijnen als een serie stellingen opgediend. De vertogen zijn als een radicale uitwerking van het actuele politieke debat opgedist. De ingrediënten zijn bereid voor de gevoelige maag van de ontwikkelde en Progressieve burgerleek.
Zij die op zoek zijn naar nieuwe perspectieven en open staan om hun eigen overtuigingen te kritiseren, hoop ik met dit schrijven van dienst te kunnen zijn. Deze kring van milde vrijzinnigen hoop ik te kunnen verleiden tot langzaam lezen, nadenken, kritiseren en afwegen.
3. RETORICA OF HOE EEN DEBAT AAN TE GAAN
Laat ik er geen doekjes om winden. De voor U liggende pamfletten zijn irritant voor conservatieven en vooral voor ex-Progressieven. Het is mijn stelligste overtuiging dat het Nederlandse politieke landschap volgepakt zit met cynici, formalisten en zwijgende adepten van de nieuwe voorzichtigheid.
Zij zullen hun hoofd schudden, zich ergeren en roepen dat ik een gevaarlijke zweefvlieger en een pretentieuze blazer ben. Zij zullen geïrriteerd worden en kwaad de bundel van zich afwerpen. Wanneer ik de waardering van iedereen gezocht had, had ik een ander boek geschreven. De waarde van deze publicatie ligt juist in deze publieke verwerping.
Deze pamfletten dagen openlijk uit tot een maatschappelijk debat. Het debat dat in Nederland onder de last van inkapseling, pacificatie en retorische onkunde een zieltogend bestaan lijdt. Het is dan ook het inhoudelijk debat waar de essays en stellingen zich in de eerste plaats op richten.
De Verlichting lijkt dood, dood en begraven.
De provocatieve geest van de jaren '60 heeft de afgelopen jaren zelfmoord gepleegd en is vervolgens tot taboe verklaard. De verlichte rationaliteit is verdronken in het moeras van de Hollandse poldergeest. Na het droogmalen is deze vervolgens met aarde overdekt: wij zwijgen over haar bestaan.
Op een andere plaats en in een ander verband zal ik opnieuw uitleggen waarom dat gebeurd is en de absurditeit van dat proces aan de kaak stellen. Mijn essays spitsen zich op concrete onderwerpen toe en snijden datgene waarover gezwegen wordt aan. De vertogen zijn vooral een aanval op het onterechte gevoel van veiligheid van deze tijd.
Het soort progressie van de NCPN in Oost-Groningen. Geen groene filosofie van de zuinigheid. Nog minder een ingepaste sociaal-democratie, die oproept tot een "flinke" bestuursstijl. Evenmin een Amnesty International universalisme. Noch de D'66 redelijkheid noch het cynisme en het machiavellisme waaraan de ex-linkse intelligentsia zich sinds haar val heeft overgegeven.
Wat dan wel? Een deconstruerende en terugtrekkende denkbeweging. Een poging om de verborgen ideologie verder te ontmantelen en de dingen van hun fundamenten los te wrikken. Een genadeloos en ironisch omkeringsspel om met de vrijkomende betekenissen een opening te forceren in de dichtgesmeerde rationaliteit van het zelfgenoegzame gelijk.
4. DE VERLOREN HORIZON
Het hier gepresenteerde radicalisme komt niet voort uit een naar links afgedreven denken geboren uit frustratie en desillusie, maar is het produkt van een denken over en herinnering aan tradities, die de afgelopen jaren in de vergetelheid lijken te raken.
Hebben de volgende pamfletten een politieke kleur? Weldegelijk: een sneeuwwitte vlag waarop de kleuren van een regenboog met een ouderwetse en draaibare toverlantaarn geprojecteerd zijn.
De essays gaan vooral voorbij de door nuances opgetuigde voorzichtigheid. Voorbij de diep calvinistische behoefte om maatschappelijk handelen voortdurend op te vatten als een politiek dilemma. Het progressief radicalisme lijdt al jaren aan een dilemmakramp, dat haar naar het maatschappij-bevestigende midden drijft. Aan de oppervlakte van het maatschappelijk leven heersen nuance en dilemma; maar juist daarachter lijken zich nieuwe perspectieven voor te kunnen doen.
In de onderhuids cynische en licht repressieve kijkwijze in media en politiek hoort men de ondertoon van afkeer en onzekerheid, de angst voor risico, de ideologie van het verzekeringswezen, het wantrouwen in het eigen kunnen en de fatale moedeloosheid bij de sociale problematiek.
De gesignaleerde problemen zijn niet specifiek Nederlands, maar Europees of Westers en, volgens sommigen, zelfs mondiaal. Tot op zekere hoogte is dat waar, maar in ieder geval spelen ze in Nederland en wel op een zeer specifieke en eigenzinnige wijze.
De hier gepresenteerde radicale uitwerking is toegepast op een viertal nationale politieke vraagstukken en onthoudt zich bewust van het debat over internationalisering, Europa, de VN en de nieuwe wereldorde. Ik verwacht dat binnen niet al te lange tijd ook deze nieuwe heiligen van hun sokkels te rollen.
Tenslotte.
Ik erger mij aan de nostalgische vaststelling dat "Alles anders moest" en aan de neiging het denken aan te passen aan de "mainstream". Ik laat het niet bij vrijblijvende verklaringen en genuanceerde relativeringen. De inzet van deze vertogen is niets anders dan met intellectuele "Frechheit" te vertellen "hoe alles anders kan".