DE ERFENIS VAN BAGHWAN
Rapport uit het OSHOresort in Poona

terug

‘Entrance is including a HIVtest’ zei de vrouw achter de Balie. We stonden aan de poort van het Osho-resort in Poona om ons een paar dagen onder te dompelen in meditatie en contemplatie. De AIDS-test bracht me terug in de jaren 80 toen het HIVvirus als een donkere wolk mijn studentenleven binnendrong en de verworven sexuele vrijheden verbond met een permanente dreiging van de doodstraf. De Baghwan beweging was halverwege 80 op haar hoogtepunt en werd door de AIDS mentaal fors getroffen. De spiritituele drang van de ’sex, rock and roll’ generatie uit de jaren 60 en 70 kreeg in de Baghwan beweging een fysiek hedonistische opvolger. Bhagwan predikte niet alleen ’het pad naar verlichting’, maar tevens het intenser beleven van ons fysieke, sexuele en hedonistische bestaan. Tienduizenden van mijn genrateigenoten bezochten Poona en gaven de vrije sexbeweging vorm. Nu schreven de erfgenamen van Baghwan, die zich later OSHO ging noemen, in naam van de overleden meester nog steeds een AIDStest voor. Betekende dit dat ik terecht zou komen in een oase van vrije ongecompliceerde sex of was dat allemaal romantiek uit het verleden?

Een lichte angst voor de test maakte zich van mij meester. Dertig jaar zondig bestaan waren toch niet zonder risico geweest en ergens liep ik altijd rond met die latente angst ooit besmet te zijn. Maar als ik morgen meedeed wist ik het wel in tien minuten.
Ik keek naar mijn vriendin naast mij. We waren hier allereerst voor haar. Zij was een fanatiek aanhanger van meditatie en bezocht regelmatig allerlei sekten en trainingen in Nederland en daarbuiten.
Ik was meer een geinteresseerde ongelovige, die wilde weten wat er was overgebleven van de Baghwan beweging, die een icoon van mijn jeugd was geweest. Maar om me daarvoor in te schrijven als lid van een Indiase sekte ging me toch wat ver. Kon ik niet gewoon wat rondkijken? ‘You don’t come here to look, you come here to experience!’ zei de OSHOreceptioniste aan de Balie streng. Om binnen te komen moest ik een donkerrode pij aanschaffen om zo een soort ´seyassin´ (= zoeker naar verlichting) te worden . Ik, volger van die Baghwanguru in zijn Rolls Royce? Ik lachte mezelf uit.
Ik was toch van de verloren generatie, ging toendertijd gekleed in anarchistisch zwart en leefde in een werkelijkheid van postmoderne Franse filosofie, kraken en ’no future’.

Maar toch. Ik herinner me hoe halverwege de jaren 80 de roodgeklede Baghwan aanhangers opdoken in het straatbeeld van Amsterdam. Hoewel ikzelf te individualistisch was om me aan een sekte te verbinden, drongen de Baghwan-volgers mijn vriendenkring en net opgerichtte theatergroep binnen. Een actrice waren Baghwan en een aceur sympathisant en via hen bleef ik op de hoogte wan de laatste ontwikkelingen.
In 1981 had Baghwan Shree Rajneesh zijn ashram in Poona (’Pune’ voor de Indiers) verlaten om een nieuwe gemeenschap op te richten in Oregon, Californie, waarover de wildste verhalen gingen. Het zou een poel des verderfs zijn met grote feesten en bachanalen, terwijl de meester zelf in een zilverkleurige Rolls Royce rondreed. Er dreigde zelfs een politieonderzoek naar deze sekte. Het werd allemaal te onvriendelijk en in 1987 verliet de beweging Oregon. ’Baghwan is terug in Poona en heet nu Osho’ hoorde ik een van mijn vrienden nog zeggen,. De OSHO-beweging was mondiaal toen al over haar hoogtepunt heen. In 1991 stierf de meester in Poona. Zijn as wordt bewaard in een urn in een van de OSHO meditatieruimten.
De volgende dag verschenen we voor het welkomstritueel. We moesten in een rij wachten voor de HIVtest. ’Wanneer ik geen HIV heb is dat zo’n bevrijdende ervaring, dat ik alle meditatie verder kan overslaan en naar huis kan’, kondigde ik mijn lotgenoten aan. Zelfspot werd door OSHO aanhangers wel op prijs gesteld en gevoel voor humor maakte hen acceptabel. Mijn AIDStest was negatief, wat zoveel betekende dat ik geen HIV had. Ik voelde een diepe opluchting.
Mijn beloning bestond uit een officiele levenslange registratie tot Osho-bezoeker compleet met entreepas. Ik was dus voor een paar dagen OSHO seyassin en kreeg nu een meditatief welkom, waarbij we uitleg kregen over de verschillende meditatievormen en allerlei fysieke oefeningen moesten nadoen. Het introductie videofilmpje over het resort was misschien niet erg professuioneel, maar wel humoristorisch. Medewerkers deden op de film alles voor wat er mis kan gaan bij het eten en de meditatie. Het had iets van: ’We zeggen het wel, maar met een knipoog. Neem het allemaal niet te heilig en te zwaar”. De humor en lach van de OSHObeweging waren misschien wel de bron van het succes bij jongere generaties die naar India trokken voor een spirituele ervaring.
De traditionele vormen van meditatie in het Christendom, de Islam, het hindoeisme en het confuctiansie waren altijd doorttokken van een ernstige, sobere levenshouding. Een mens, die zich terugtrok uit het dagelijkse leven en zich onthield van de ’platte geneugten’. De OSHO beweging verbond een contemplatieve levenshouding met een vreugdevol dagelijks bestaan in de wereld. ´Ik wil geen heiligen van U maken, maar vreugdevolle mensen’ zei de meester zelf. Ik zag hem terug op de video met zijn donkere vriendelijke ogen, lange grijze baard en sprekend in een langzaam zacht Engels. Verhalen vertellend die waren doorspekt met levenslessen en eenvoudige humor.

Het OSHOresort is anno 2011 een hupermoderne architectonische constructie in een groene oase in contrast met de hectische, vaak lelijke realiteit van het dagelijkse leven in de Indiase stad. Zwart marmeren piramide bouwconstructies tussen het tropisch groen waartussen de bezoekers in donkerrode pijen liepen. Ze dansten, mediteerden, aten en praten. Het terrein is ingericht als een Zen achtig meditatieresort. Het heeft stijlvolle meditatieruimten, binnen en buiten, koffie en eetruimten , een zwembad, sportfacilteiten en zelfs een eigen stijlvol gasthuis. De meeste van de paar honderd bezoekers huurden gewoon een kamer bij de lokale bevolking buiten het resort. Het mondiaal samengestelde publiek bestond behalve uit alleengaande Europeanen, toch ook uit Aziaten, Indiers, Latino’s en Noord-Amerikanen. Een beter opgeleide middenklasse van individualisten met een overschot aan vrouwen in leeftijd varierend tussen de 30 en 70 jaar oud.
De nieuwe studentengeneraties en jongeren waren praktisch afwezig.
Het verwijt dat er sprake zou zijn van een commerciele formule, die het oude gedachtengoed exploiteert leek me onterecht. Naar Indische begrippen kan men zeggen dat entree en eten duur waren, maar naar Europese begrippen zeker goedkoop. Voorzieningen moeten nu eemaal betaald worden en veel mensen werkten hier min of meer als vrijwilliger. Medewerkers waren in het zwart met een witte ceintuur en de Italiaanse, die mij uitleg gaf, onhelste me na afloop. Een OSHO ritueel wat ik de moeite van herhaling waard vond. Omhelsen was zeker een gewoonte, er was een duidelijk overschot aan vrouwen, maar die vrije ongebreidelde sex van vroeger, waar een Canadese hippie mij over vertelde was ver te zoeken. In zoverre was de HIVtest meer een oude angst uit het verleden. Een echo uit de tijd dat Baghwan begreep dat zijn vrijheid-blijheid beweging een indicatie moest krijgen hoe om te gaan met het AIDSvirus. Op het terrein is een zwarte plaquette met de foto van een westerse jonge vrouw, die hier in 1989 was gestorven. Het eerste AIDS slachtoffer in de OSHO gemeenschap?

In het midden van het resort is een grote ovalen ruimte met een wit marmeren vloer, waar in een bad van moderne hemelse muziek oefeningen plaatsvonden in de buitenlucht. Mensen in het rood dansten en omhelsten elkaar na afloop. Een deel van deze ‘Buddha grove’ was ingericht als kunstschilderplaats. Alleengaande vrouwen van rond de 40 waren hier stevig met verf in de weer om hun diepste gevoelens in kleur aan het papier toe te vertrouwen. ‘Buitenkunst’ noemde mijn vriendin deze activiteit in een mix van minachting en teleurstelling. Ze had ooit dramalessen gegeven bij deze Nederlandse creatieve werkplaats. ’Je kunt je misschien aanmelden om hier een meditatie sessie te begeleiden. Kun je mooi deel worden van de OSHO gemeenschap’ zei ik lachend. Ze knikte en keek op haar horloge. Het dagprogramma zat vol meditatiesessies en ze wilde niets missen. De dagafsluiting vond plaats in een het OSHO auditorium. Een grote zwart marmeren pyramide met een vijver tussen de groene palmen en bamboestruiken. De sessie duurde een uur en bestond uit concentratieoefeningen op hypermoderne meditatiemuziek op een ijskoude zwart marmeren vloer. Ik keek hoe mijn lotgenoten geconcenteerd hun eofeningen deden. Ik voelde alleen de kou van de tegels.

Ab Gietelink
(Auteur en theaermaker)